Bas von Benda-Beckmann (1976) is een Nederlandse historicus die zich specialiseert in de omgang met het oorlogsverleden in Nederland en Duitsland. Hij promoveerde in 2010 aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift over hoe Duitse historici de geallieerde bombardementen tijdens de Tweede Wereldoorlog beschreven (A German Catastrophe). Zijn werk laat zien hoe beladen herinneringen zorgvuldig worden gewogen in de geschiedschrijving.
Tussen 2010 en 2013 werkte hij aan een studie over de Velser Affaire – een gevoelige oorlogsgeschiedenis over mogelijke collaboratie door politiefunctionarissen – wat resulteerde in het boek De Velser Affaire, dat genomineerd werd voor de Libris Geschiedenis Prijs.
In Het Oranjehotel (2019) schreef hij over de Duitse gevangenis in Scheveningen waar talloze verzetsstrijders gevangen zaten. Ook dit boek werd goed ontvangen en genomineerd voor de Libris Geschiedenis Prijs.
Samen met Erika Prins publiceerde hij in 2020 Na het Achterhuis, over de nasleep van de oorlog voor Joodse onderduikers. Hierin onderzochten zij hoe het leven van mensen als de familie Frank verderging na de bevrijding.
In zijn meest persoonlijke werk, Het kleed voor Hitler (2023), duikt hij in zijn eigen familiegeschiedenis. Daarin onderzoekt hij de uiteenlopende houdingen binnen zijn Duitse familie tegenover Hitler en het naziregime. Het boek laat zien hoe families, ook generaties later, worstelen met schuld, schaamte en identiteit.
Von Benda-Beckmann weet op indringende en toegankelijke wijze grote morele vragen te verbinden aan persoonlijke verhalen. Zijn boeken zijn niet alleen historisch onderbouwd, maar ook invoelend en meeslepend geschreven.
